Een bladzijde uit het boek 'Myopia'
De koperen stad gloeit op in de namiddagzon. Gedachteloos volgt Jorda’s hand Median’s Wall , langs het dikke glas van het ruimteschip. Felle zoeklichten begeleiden de muur zelfs overdag. Van het vasteland in zee, dan weer over land, om daar tijdelijk te versmelten met een ver verleden, Hadrian’s wall . Maar dat moet je wéten, Borg vertelde het haar. De Starcruise volgt, voorlopig, de zon. Plotseling is Koperhagen nog maar een stip. De overal oplichtende zonnevelden ten zuiden van de muur blijven langer in beeld, verkruimeld boven onmetelijke steden, doorspekt met wegen, sporadisch gedwarsboomd door een natuurreservaat. ‘Jordje Seijbers, eet je iets?’ Borg houdt haar een bordje met verse groenten voor van het soort waar de gemiddelde Zuidlander slechts van kan dromen. Met een biertje (zuurtje van Japanse Duizendknoop) erbij. ‘Ik heb zelf ook iets meegenomen.’ Jorda beweegt een sardineblik voor Borgs neergeslagen ogen. ‘Die zijn nep Jord, zoiets ga...